dinsdag 8 november 2016

Solitaire

Een lange weg door de Namib desert op de reis van Ganzi naar Windhoek. Totale leegte, en dan enkele huizen. In 1996 reden we daar met vier vrienden, op een reis van een maand dwars door zuidelijk Afrika. Het gehucht heet solitaire. Wat zoveel betekent als "alleen". Er was een benzinepomp. En die was hard nodig. Bijna iedereen moest hier stoppen om te tanken.


Onze reis was begonnen in de havenstad Beijra in Mocambique. We gingen via great Zimbabwe, maakten een helikoptervlucht over de Okavango delta, zetten onze tent op in Ganzi op een groene grasmat naast het zwembad, midden in de Kalahari woestijn, en waren op weg naar Windhoek, Walvisbaai en Swakopmund in Namibië. (om later weer terug te rijden via de Caprivi Strip naar Vic falls).

Maar eerst moesten we nu tanken. We werden te woord gestaan door een blanke meester die zijn knecht, een donkere man, onder het uitroepen van woorden als "kaffer" maande om de benzine, die met de hand werd gepompt, sneller te laten stromen.

En hij begon te klagen. Hij klaagde over de eenzaamheid, de verveling. Hij gaf de hele wereld de schuld van zijn lot. Hij sprak over een kerkje dat was of werd gebouwd. En zei:"daar heb ik toch geen behoefte aan. Bouwden ze maar een bordeel."

Ik weet niet hoe de man heette. Maar hij was niet blij. Zijn neiging de hele wereld de schuld te geven van zijn lot, was een prachtig gegeven voor een song. Het was indrukwekkend, die omgeving. De zon had de lucht verbrand. Er stond een autokarkas half begraven in het zand. De natuur was oorverdovend stil. Maar niemand bleef. Het waren allemaal passanten. Alleen hij bleef.

Nu, 20 jaar later, heb ik mijn song afgemaakt. Nee, niet echt snel, ik weet het. Maar het leven slokt je op. Je weet vast wel hoe dat gaat. En zoals iedereen, had ook ik vaak de neiging om alles en iedereen de schuld te geven van dingen die fout gingen in mijn leven. Behalve mezelf. Dat is heel makkelijk. Maar daar gaat het nummer dan ook over.

Is dat het hele verhaal? Nee. Het kreeg nog een interessant staartje. Zoekend naar foto's voor dit blog, stuitte ik op een boek, geschreven door de filmmaker en schrijver Ton van Eersel. Ook hij kwam, iets later dan wij, in Solitaire. Hij was op reis om de drukte van zijn bestaan te ontvluchten. En hij besloot in Solitaire te blijven. Zijn verblijf van drie jaar in dit gehucht beschrijft hij in zijn boek, getiteld "Solitaire". Ik nam contact met hem op, en leerde dat de klagende man Peter heet. hij is de eigenaar van Solitaire. Net voordat wij er waren, is zijn vrouw met de kinderen vertrokken naar Windhoek, om een boetiekje te openen. Ton bleef, en uit verveling begon hij een bar. Zijn Appeltaart was befaamd. Er verschenen berichten in de "lonely Planet" over Solitaire. En de toeristen passeeerden niet meer, maar bleven even hangen. Er kwam een hotel. En de rust, waar Ton naar had gezocht, had hij eigenlijk eigenhandig om zeep geholpen.

En, zoals mijn song eindigt, met de gedachte "be carefull with what you wish for". Zoals de klagende man in mijn song regen wenst. Regen die nooit komt. Het zou net zo goed hebben kunnen sneeuwen. Maar pas op met wat je wenst. Want áls het dan regent, dan houdt het nooit meer op. Of: zoals Ton graag gasten had in zijn bar, áls de gasten dan eindelijk komen, komen ze in drommen. En het houdt niet meer op.

Mijn CD komt waarschijnlijk begin 2017 uit. Ik wil hem al heel lang "Solitaire" noemen. Ik heb nog een alternatieve naam. Maar solitaire betekent ook "alleen". Eenzaamheid waarvan ik niet meer kan vertellen of hij zelfverkozen is, of gewoon mijn lot. Maar dat is niet meer belangrijk.

Solitaire.
Het is een prachtig woord.